Leerstoornissen komen voor bij 5 à 10% van de kinderen. Het gaat hierbij om een leerachterstand op vlak van lezen, spellen of rekenen die hardnekkig blijft ondanks de extra inspanningen die het kind levert (wekelijkse logopedische therapie). Vanaf de leeftijd van 8 jaar kunnen we neurologisch gezien bepalen of het gaat om een leermoeilijkheid of een leerontwikkelingsachterstand. Wanneer er geen externe factoren aanwezig zijn die oorzakelijk kunnen gezien worden voor de leerachterstand kan na de periode van 1 jaar intensieve therapie een diagnose gesteld worden die het kind toelaat hulpmaatregelen in de klas te gebruiken.
Dyslexie of leesstoornis
Sommige kinderen lijken nog niet de rijpheid te bezitten om tot lezen te komen. Ondanks dat oog en oren goed functioneren is de koppeling vormen tussen tekens en klanken voor hen erg moeilijk. Het probleem ligt hem in de hersengebieden die deze indrukken moeten verwerken.
Het behalen van een voldoende leesniveau speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Dit start in de lagere school, maar zet zich verder in het voortgezet onderwijs en het latere beroepsleven. De voorwaarden om tot leesvaardigheid te komen worden reeds gelegd in de derde kleuterklas.
Dysorthografie of spellingstoornis
Sommige kinderen lijken geen/ weinig inzicht te krijgen in de spellingstructuur en de spellingregels. Zij blijven vaak schrijven wat ze horen. Het automatiseren van de geleerde onthoudstukjes en spellingregels lukt niet voldoende. Ze vertonen een achterstand voor spelling die ondanks extra oefening hardnekkig blijft.
Dyscalculie of rekenstoornis
Sommige kinderen vallen beduidend uit voor rekenen, ondanks goede resultaten op andere domeinen. Ze blijven vaak tellen op hun vingers of tellen verder en terug in hun hoofd ondanks de grotere getallen omdat ze inzicht in de structuur van de bewerking missen . Het eigen maken en automatiseren van de rekentechnieken en het vinden van de juiste oplossingsstrategieën is voor hen beduidend moeilijker en niet in verhouding met de inspanning die ze er voor leveren. Het visueel voorstellen van de inhoud van de bewerkingen is voor hen vaak moeilijker. Het gaat ook hier niet om een verminderde intelligentie maar om een moeilijkheid met automatiseren op het specifieke domein van rekenen.